Een van de meest tot de verbeelding sprekende ‘stunts’ van Jan Bonekamp is de overval op het gemeentehuis van Wormerveer. Op 8 mei 1944 werd burgemeester Albert Slager vervangen door de NSB-er Piet de Vries. Slager werd afgevoerd naar kamp Amersfoort, omdat hij weigerde mee te werken aan het aanwijzen van dwangarbeiders. De nieuwe burgemeester was een fanatiek NSB-er en had zijn ambtenaren te verstaan gegeven dat hij scherp zou opletten, dat er niet gesaboteerd werd.
De ambtenaar Wolleswinkel deed veel goed werk voor de illegaliteit, maar wilde onderduiken. Jan Brasser: “Ik zei: ‘Hij moet blijven zitten, we hebben aan hem een prachtkerel.’ Erg belangrijk, niet alleen voor de eigen mensen, maar je kon op die manier ook weer anderen helpen met persoonsbewijzen.”
Er werd een plan gemaakt om het bevolkingsregister te stelen. Maar naast het actuele register werd ook nog een oud register bewaard. Dus ook dat moest verdwijnen worden. Het actuele register zou in zes zakken worden meegenomen, terwijl het oude register in brand zou worden gestoken.
De nieuwbakken burgemeester was nog maar een dag in functie toen de gezamenlijke overvalploeg van KP en RVV toesloeg. Ambtenaar Wolleswinkel had zich die dag ziek gemeld en de groep van een schets voorzien van het gemeentehuis.
Van de KP-er Nico Boer uit de Beemster was een ‘ondergedoken’ auto geleend. De KP-ers Nico Jonk en Jaap Boot zouden de auto rijden. Zes man van de RVV zou het gemeentehuis binnendringen. Die ploeg bestond naast Jan Brasser uit Jan Bonekamp, Joop Jongh, Mijndert van der Horst, Wim de Jong en Teun Jonker. Onder de pet geklemd droegen ze zwarte lappen met gaten voor de ogen.
Een aantal man drong de gemeentesecretarie binnen en hield het personeel onder schot. Zij werden in de kluis opgesloten. Jan Brasser en Jan Bonekamp zijn door de zijdeur naar binnen gegaan. Ze klopten aan op de deur van de burgemeesterskamer. Jan Brasser: “Nou, daar zat die eendagsvlieg De Vries achter z’n grote bureau. Hij zag ons en werd zo wit als een doek. Wij met pistool in de hand op ‘m af. Houd je gedeisd anders wordt er geschoten.”
De burgemeester maakte telkens toespelingen naar het raam, dus werd hij gesommeerd op de grond te gaan liggen. Jan Brasser: “Jan Bonekamp schreeuwde: ‘Kop neer!’ Maar iedere keer die kop weer omhoog. Jan heeft toen de matting van de vloer gerukt en hem er in gerold. Aan de ene kant zag je nog die kop, maar die kon niet meer op of neer, en aan de andere kant z’n voeten. Vanaf dat moment heette de burgemeester van Wormerveer Piet Oublie.”
Buiten kwam de auto voorrijden en de zes zakken met het bevolkingsregister werden ingeladen. Het personeel en de burgemeester zijn later door de conciërge bevrijd, dat was van te voren afgesproken. De mannen van de overvalploeg gingen ieder hun weg.
Als laatste werd het oude register in brand gestoken, met een beetje hulp van een brandversneller. Maar het vuur sloeg over naar de rest van het gemeentehuis. De brandweer heeft de brand toen héél langzaam geblust. Jan Brasser: “Ze spoten via een raam in de voorgevel door een raam in de zijgevel weer naar buiten, tot grote hilariteit van de omstanders.”
Jan Brasser: “Er werd enorm over gepraat en gelachen om Pietje Oublie. Ik moest ’s avonds nog over het Noordhollands kanaal. Die veerman was een stille vent, zei nooit wat. Hij had een roeiboot voor wielrijders als het er niet teveel waren. Hij roeit mij over en hij begint me toch te praten en te lachen. De burgemeester in de vloermat! In de vloermat! Dat is toch mooi! Hij is helemaal praterig en anders zei die alleen maar: Ik krijg een dubbeltje van je.”
Al snel deden zich de wildste verhalen de ronde. Jaap Boot kwam de scheepsbouwer Arie Krom tegen: “Heb je het niet gehoord, Jaap? Een stel van de ondergrondse reed met een auto langs het gemeentehuis, donderden een stel brandbommen naar binnen en nu staat de zaak in de fik!”
Het bevolkingsregister werd naar een schuilplaats van de KP gebracht en kon na de bevrijding terug worden bezorgd op het gemeentehuis. De uit gevangenschap teruggekeerde burgemeester Slager nam het hoogsteigen in ontvangst.
Bronnen:
- Jan Brasser / Otto Kraan, Witte Ko. Herinneringen aan het gewapend verzet
- Jaap Boot, Na vijftig jaar. Herinneringen aan de tweede wereldoorlog in de Zaanstreek