Het behoort tot de eervolle taken van de FIR en de daarbij aangesloten bonden om de herinnering aan het antifascistisch verzet in zijn volledige politieke breedte levend te houden. Daarbij herdenken wij in het bijzonder ook de actie van de arbeidersbeweging en haar organisaties, die de belangrijkste sociale basis vormde van het antifascistische verzet in Duitsland en Italië, maar ook in de bezette landen. Daarom herdenken wij bijvoorbeeld de staking van de arbeiders in Nederland in februari 1941 en vandaag de grote staking van de Franse mijnwerkers 80 jaar geleden.
Dergelijke acties hadden verschillende dimensies. Enerzijds gaven zij blijk van sociaal verzet tegen de bezetting. Tegelijkertijd bewezen de arbeiders dat het zelfs onder de omstandigheden van militaire bezetting mogelijk was zich te verzetten tegen de inperking van de sociale rechten, en, vooral in de metaalindustrie en in de mijnbouw, de productiebeperkingen te gebruiken om de plundering van het land voor gebruik in de fascistische oorlogspolitiek te verhinderen.
Voorwaarde hiervoor was de geheime wederopbouw van de politieke en vakbondsstructuren na de militaire bezetting van Frankrijk. Ondanks alle verbodsbepalingen konden activisten van de CGT (vakbeweging) en de Communistische Partij hun vroegere netwerken en vertrouwenspersonen reactiveren. Hierbij profiteerden de antifascisten van hun ervaring in de maanden daarvoor, toen de toenmalige Franse regering ook had geprobeerd de acties van de Communistische Partij te verbieden. De geheime structuren die in deze periode ontstonden, werden gebruikt in de strijd tegen de Duitse bezetter.
Het eerste duidelijke signaal kwam in mei 1941 van de mijnwerkers in de departementen Nord en Pas-de-Calais. Zij begonnen met eisen tot wijziging van de arbeidstijd en verbetering van de arbeidsomstandigheden, maar deze werden door de nazibezetter afgewezen. De gereactiveerde bedrijfscellen van de CGT slaagden erin om op 27 mei 1941 meer dan 100.000 mijnwerkers het werk te doen neerleggen. Onder hen waren talrijke buitenlandse mijnwerkers, vooral uit Polen, die even actief deelnamen aan de staking. De staking duurde bijna twee weken. In de loop van het arbeidsconflict namen ook arbeiders uit andere industrieën deel.
Uitgangspunt waren de arbeidsomstandigheden. De stakers waren zich er echter van bewust dat zij ook de roof van Franse grondstoffen voor de fascistische oorlogspolitiek verhinderden. Bovendien bedroeg de hoeveelheid steenkool die niet naar het Duitse Rijk kon worden verscheept inderdaad ongeveer 500.000 ton. De reactie van de bezettingsmacht was massaal: 2.000 mijnwerkers werden gearresteerd, 24 “aanvoerders” werden onmiddellijk doodgeschoten. Een grotere groep van de gearresteerden werd met het eerste transport van politieke gevangenen uit Frankrijk overgebracht naar het concentratiekamp Buchenwald in 1941. Daar vormden zij de basis van de latere Franse verzetsafdeling van gevangenen in concentratiekamp Buchenwald. Deze staking toonde aan dat er een aanzienlijk potentieel voor verzet bestond onder de arbeiders in bezet Frankrijk.
De FIR herdenkt deze heroïsche strijd van de arbeidersbeweging en haar organisaties tegen de fascistische dreiging. Het is een overtuigend bewijs van de rol die communisten, socialisten en vakbondsmensen hebben gespeeld in de strijd voor de bevrijding van hun eigen land tegen de fascistische bezetting – en niet alleen in Frankrijk. Dit moet in het geheugen van de mensen bewaard blijven.
FIR Newsletter 2021-20. De internationale federatie van verzetsstrijders (FIR) / vereniging van de antifascisten, is de overkoepelende organisatie van federaties van voormalige verzetsstrijders, partizanen, leden van de anti-Hitler coalitie, vervolgden van het naziregime, en antifascisten van de huidige generaties uit meer dan twintig landen van Europa en Israël. www.fir.at